Monday, 15 December 2014

Arabic Deficit Disorder




De beste manier om een taal onder de knie te krijgen, is door je in de taal en cultuur onder te dompelen. Zo heet het - althans in theorie. Want voor het Arabisch ligt het iets moeilijker. Het Standaard-Arabisch is namelijk een formele taal die weliswaar op school onderwezen wordt, maar nergens wordt gesproken. In de dagelijkse omgang gebruiken Arabieren dialecten die grote regionale verschillen vertonen, o.a. wat de uitspraak en woordenschat betreft, maar ook op het gebied van de grammatica. Dus een beetje vergelijkbaar met de variaties in het Nederlands zoals het op verschillende plaatsen in Vlaanderen wordt gesproken, en de verschillen tussen het Nederlands dat in Vlaanderen en Nederland wordt gebruikt. Maar dan nog stukken erger. 

 
Zelfs een buitenlander die al tien jaar Arabisch studeert, wordt dus met een voortdurende uitdaging geconfronteerd. Hoe iets in het Marokkaanse dialect gezegd wordt, heeft bijvoorbeeld een totaal andere betekenis of is zelfs onbegrijpelijk voor Egyptenaren. Om nog niet te spreken van de verschillen tussen het Arabisch van Saoedi-Arabië, de Maghreb, het Midden-Oosten en Soedan.

Gelukkig bestaat deze taalverwarring niet alleen voor diegenen die de Arabische taal onder de knie proberen te krijgen. Ook moedertaalsprekenden hebben vaak moeite om zich tegenover andere Arabisch sprekenden verstaanbaar te maken en hen te begrijpen. Vaak bevatten dialecten ook woorden die uit andere talen uit dezelfde regio afkomstig zijn (zoals het Marokkaanse dialect, het “dariezja”, dat sterk beïnvloed is door het Berbers, Frans en Spaans).

Om de zaken nog wat ingewikkelder te maken, wordt het Standaard-Arabisch wel gebruikt in de media en in al het geschreven materiaal (zoals schoolboeken), en wordt het op school onderwezen. Officiële teksten schrijven in deze taal is echter meestal enkel weggelegd voor hoogopgeleide Arabieren en afgezien van de media en officiële mededelingen wordt deze ingewikkelde taal niet gesproken.





Een buitenlander die deze taal spreekt, wordt dan ook als een zeldzame diersoort aanzien. Niet zelden zorgt het gesproken Standaard-Arabisch (dat ongeveer zo moet klinken als Latijn voor Italianen) voor grote hilariteit. Hoewel de gesprekspartner meestal begrijpt wat gezegd wordt, is het niet altijd makkelijk te begrijpen wat teruggezegd wordt. Standaard-Arabisch is immers niemands moedertaal. Anders is het wanneer men met een opgeleid Arabisch sprekende te maken krijgt. Zij kunnen soms wel probleemloos in de standaardtaal converseren. 

Op mijn reizen in Marokko, Tunesië, Egypte, Syrië en Jemen, had ik dit al kunnen vaststellen.
Toen ik anderhalf jaar geleden naar de Golf verhuisde, had ik de vage hoop dat het Arabisch dat hier gesproken wordt, dichter bij het “klassieke” Arabisch zou aansluiten, wegens de ligging in Arabië. Mij was immers verteld dat in de de Golfstaten zoals de Verenigde Arabische Emiraten (met o.a. Abu Dhabi en Dubai), Koeweit, Saoedie-Arabië, Qatar, Bahrain en Oman meer of minder hetzelfde Arabisch gesproken werd, het zogenaamde “Golf-Arabisch” (het “Chaliezjie” in het Arabisch – “Al chaliezj” betekent “De Golf”)
Wat Abu Dhabi en de Emiraten betreft, gaat dit niet op. Hier geniet het Engels namelijk zo’n groot prestige, dat de Emirati’s niets liever willen dan tonen hoe goed ze deze taal beheersen. Op de scholen wordt sinds een paar jaar hoofdzakelijk in het Engels onderwezen.
Ondertussen is de overheid er zich wel van bewust dat op deze manier het Arabisch dreigt te verdwijnen en zorgt ze ervoor dat het Arabisch toch de hoofdtaal blijft in de administratie en bij de overheid. Wat ook tot grappige situaties leidt, bijvoorbeeld wanneer officiële documenten uit het herkomstland naar het Arabisch vertaald moeten worden. “Lost in translation” is er niets bij.
Aangezien de Arabische bureaucratie zeer grondig is, moest niet alleen mijn voornaam Heidi, maar ook mijn tweede voornaam (“Yvonne”) naar het Arabisch vertaald worden. Het resultaat is dat ik hier “Heidi iPhone” heet (de letter “y” werd verkeerd getranscribeerd als een Engelse “i”, en de “v” en “o” werden omgevormd tot “f” en “oe” – deze letters bestaan niet in het Arabisch). En ik heb ook een fictieve nationaliteit: “Belgiumian”. Of hoe men plots tot een buitenaards wezen wordt.
Deze schizofrene situatie zorgt ervoor dat slechts weinige plekken zich hier ertoe lenen om mijn Arabisch op peil te houden. Het gaat vooral om officiële instanties, zoals het postkantoor, waar Emirati's werken die naar school gegaan zijn in het Arabisch (en niet in het Engels zoals de jongere generatie).



Een ander interessante vaststelling is het feit dat niet alleen het Engels een grote invloed uitoefent op het “Golf-Arabisch”, maar dat er ook tal van woorden uit het Perzisch, Hindi en Urdu ingeslopen zijn. De Aziatische bevolkingsgroepen die deze talen spreken, maken hier immers een belangrijk deel van de bevolking uit. Daardoor is het ‘Golf-Arabisch’ een unieke mengeling van Arabisch, Engels, Perzisch, Hindi en Urdu geworden, een eigen dialect waarvan op den duur niemand meer welke woorden uit welke taal afkomstig zijn. Zo maakt het Urdu woord “sida” integraal deel uit van het Golf-Arabisch (het wordt gebruikt voor “rechtdoor”) en is het niet ongebruikelijk wanneer ik in een gesprek met een Filippina  “yalla” (“komaan”) en “incha’Allah” (“Als Allah het belieft”) midden in de Engelse zinnen te horen krijg.
Ondertussen moet ik bekennen dat mijn Arabisch ook reeds de invloed ondergaan heeft van de multiculturele melting pot die Abu Dhabi is. Met mijn Egyptische kruidenier converseer ik vlotjes in een mengeling van Standaard-Arabisch en Egyptische uitdrukkingen (opgepikt bij “The Voice Arabia”). In een conversatie met een Emirati weet ik nu dat “A’adie” gewoon betekent dat alles ok is (in Standaard-Arabisch wordt het gebruikt om vast te stellen dat iets normaal of gebruikelijk  is).  


Wanneer ik aan het Goethe-Instituut les geef aan mijn studenten uit alle hoeken van het Midden-Oosten en Noord-Afrika komt mijn Standaard-Arabisch echter goed van pas. Want ook al is het niemands moedertaal, het vormt toch dé referentie voor Arabischsprekenden uit de hele wereld.