De stad Shiraz heeft de reputatie een romantische stad te
zijn. Haar bijnaam is de stad van rozen en
nachtegalen en ze staat bekend om haar dichters, literatuur, wijn en
bloemen. De wijn is vandaag de dag helaas strikt verboden, en van de rozen is ook maar weinig meer te merken. De vele tuinen die de stad vroeger telde, zijn grotendeels ingenomen door goedkope
appartementsblokken. De schaarse historische huizen zijn meestal in onherroepelijk
verval. Niettemin blijft Shiraz voor de Iraniërs een zeer geliefde bestemming, onder
andere wegens het schrijn van het graf van de beroemde dichter Hafez (de
dichter van de liefde).
Het graf van dichter Hafez
Het graf van dichter Hafez
Iran is een land dat nog maar met mondjesmaat door westerse toeristen ontdekt wordt. Maar aangezien het zich nu op anderhalf uur vliegen bevindt, wilden we eindelijk een stukje ervan verkennen en ons hart ophalen aan de ongelooflijke monumenten en kunstschatten. Shiraz is bovendien een levendige stad in volle ontwikkeling, dankzij de voorzichtige
opening ingeleid door de nieuwe president.
Eén van de koepels van de "Pink Mosque", gezien vanuit een zijstraat (joodse buurt)
Niettemin is zijn er nog steeds een hele reeks obstakels die het niet zo evident maken om Iran te bezoeken – tenzij na een gedegen voorbereiding. Eén van de moeilijkste aspecten was het feit dat we geen contacten ter plaatse hadden om de praktische zaken (visum, overnachting, betalingen) te regelen. Uiteindelijk kwam alles toch in orde (zoals meestal in het Midden-Oosten), maar na de nodige spanning en veel voorbereiding.
Een groot voordeel is echter dat de weinige Europeanen die
het land bezoeken er met open armen worden ontvangen en bijna als popsterren onthaald
worden (nog nooit zijn we zo vaak op de foto geweest met de plaatselijke
bevolking).
We besloten om eind april te gaan, een ideaal moment, omdat
de temperaturen hier zeer hoog zijn, maar nog net aangenaam in Iran. Het enige
detail waarvan ik niet op de hoogte was, is dat deze periode ook het
hoogseizoen is voor het toerisme binnen Iran. De Iraniërs (en vooral de
Teherani’s) profiteren volop van het zachte weer om rond te reizen door hun
eigen land. Shiraz, Isfahan, Yazd zijn de toppers. In deze steden zijn in april
en mei zowat alle hotels volgeboekt.
Het begon al twee weken voor
ons vertrek toen ik probeerde om 2 overnachtingen te boeken. In de meeste gevallen kreeg ik geen antwoord,
ofwel werd me meegedeeld dat alles volgeboekt was. Ik was een beetje verrast,
omdat de grootste attractie in Iran toch Isfahan is. En ik kon me moeilijk
voorstellen waar al deze westerse toeristen plots vandaan kwamen. Toen wist ik
nog niet dat veel Iraniërs de traditie plegen om tijdens de lente in eigen land rond te reizen en zo hun interesse voor hun eigen
cultuur en geschiedenis te koesteren.
Navraag bij vrienden in Dubai leerde me dat vrijwel
alle Westerse toeristen hun verblijf met een agentschap/gids ter plekke geregeld hadden. Voor
anderhalve dag bleek echter nauwelijks een agentschap in ons
geïnteresseerd, tenzij we bereid waren om sommen gaande van 450 tot 750 dollar vooraf
met Western Union over te maken. En dit zonder enige garantie.
Buitenlandse kredietkaarten gebruiken is immers onmogelijk in Iran, net als het
feit om een reservatie te maken door een
som op je kredietkaart te laten blokkeren.
Bijkomend probleem is dat je voor je inreisvisum (te verkrijgen op de luchthaven) een schriftelijke bevestiging van je hotel nodig hebt. Dus moet je hopen om een Iraanse hoteleigenaar te vinden die jou voldoende vertrouwt en gelooft dat je op de afgesproken dag in zijn hotel zal opdagen, om jou een schriftelijke reservatiebevestiging te sturen.
Omdat we weigerden om aanzienlijke geldsommen zomaar naar Iran te sturen, bleef dit als enige optie over. Bijkomend probleem is dat je voor je inreisvisum (te verkrijgen op de luchthaven) een schriftelijke bevestiging van je hotel nodig hebt. Dus moet je hopen om een Iraanse hoteleigenaar te vinden die jou voldoende vertrouwt en gelooft dat je op de afgesproken dag in zijn hotel zal opdagen, om jou een schriftelijke reservatiebevestiging te sturen.
Na zowat alle hotels en Guesthouses in Shiraz gecontacteerd te hebben, vond ik gelukkig
op het laatste nippertje een hoteleigenaar die ons schriftelijk wou bevestigen
dat we een kamer bij hem geboekt hadden (en zonder dat we vooraf al het geld moesten storten). De vriendelijke
man belde wel nog even op mijn GSM om zich
ervan te vergewissen dat we wel degelijk kwamen (aangezien emails in het
Midden-Oosten – zelfs na 3 bevestigingen – toch minder waarde hebben dan een
persoonlijk contact).
Eenmaal dit geregeld, konden we ons beginnen te
verheugen op ons verblijf. Ik moest alleen nog Emiraatse Dirhams inwisselen
tegen een pakje met 500 dollar. Aangezien je in Iran nergens geld kan afhalen noch met kredietkaart betalen, moet je al het geld cash meenemen.
Van zodra we op de luchthaven aankwamen werden, voelden we ons thuis. We waren maar met een tiental
toeristen op de kleine luchthaven van Shiraz, waaronder een Duits gezin uit Dubai en een zestal Omaanse medische toeristen (veel Omani's laten zich in Iran opereren omdat het een stuk goedkoper voor hen is). Het uit zes personen bestaande personeel van de luchthaven was zo blij
ons te zien dat ze allemaal een praatje kwamen slaan.
Scheve toren van het Fort van Shiraz
Nadat de klerk in een klein gebouwtje onze gegevens in de computer eindelijk ingevoerd had, vroeg hij ons beleefd om terug naar buiten te gaan en ons naar de bank te begeven. De “bank” bevond zich in hetzelfde gebouwtje, aan de achterkant, en bestond uit een opening die als “bank”loket dienst deed. Dezelfde klerk die onze paspoortgegevens in de computer had ingevoerd, stond vervolgens van zijn stoel achter zijn bureau op, om het loket van de bank te bemannen.
Daarna bracht hij ons ook nog naar de bagagebeambte, om onze bagage in de aanpalende ruimte (gescheiden door een laag muurtje) te identificeren. Mijn koffer werd opzij gezet, terwijl onze visa's verder werden aangemaakt. De hele scène was zeer vergelijkbaar met wat ik met Alda zo’n tien jaar geleden meemaakte op de luchthaven van Essaouira (Marokko). De douanier deed ook dienst als baliebediende en portier en fungeerde nog net niet als piloot.
Het voordeel was dat we alle andere toeristen leerden
kennen, waaronder een Duits gezin dat ook in ons Guesthouse zou verblijven
en de zes Omaanse mannen. De Omani's hadden een Iraanse vrouwelijke
gids met wie ik in het Arabisch
converseerde, tot consternatie (maar niet in negatieve zin) van de Iraniërs. Ik
mocht ook als tolk Engels-Arabisch optreden voor de Omani's die hun bagage
zochten.Scheve toren van het Fort van Shiraz
Nadat de klerk in een klein gebouwtje onze gegevens in de computer eindelijk ingevoerd had, vroeg hij ons beleefd om terug naar buiten te gaan en ons naar de bank te begeven. De “bank” bevond zich in hetzelfde gebouwtje, aan de achterkant, en bestond uit een opening die als “bank”loket dienst deed. Dezelfde klerk die onze paspoortgegevens in de computer had ingevoerd, stond vervolgens van zijn stoel achter zijn bureau op, om het loket van de bank te bemannen.
Daarna bracht hij ons ook nog naar de bagagebeambte, om onze bagage in de aanpalende ruimte (gescheiden door een laag muurtje) te identificeren. Mijn koffer werd opzij gezet, terwijl onze visa's verder werden aangemaakt. De hele scène was zeer vergelijkbaar met wat ik met Alda zo’n tien jaar geleden meemaakte op de luchthaven van Essaouira (Marokko). De douanier deed ook dienst als baliebediende en portier en fungeerde nog net niet als piloot.
Terwijl we nog steeds stonden te wachten op ons visum,
kwam een sympathieke man op ons af en vroeg waar we zouden logeren. Hij bleek
de taxichauffeur te zijn, die door onze Guesthouse gestuurd was om ons op te
pikken. Hij vertelde me dat er echter nog een andere man stond te wachten van
een ander Guesthouse, die zogezegd ook op ons stond te wachten.
Het bleek het eerste Guesthouse te zijn dat ik
had gecontacteerd had
en dat er heel veelbelovend had uitgezien. De eigenaar had geantwoord dat hij
een kamer voor 2 nachten had. Maar zowat een week later kreeg ik plots een
email dat hij zich vergist had en maar één nacht vrij had. Uit
wanhoop zei ik dat we de kamer voor één nacht zouden nemen (maar nu moest ik
nog 1 overnachting zien te vinden, en dit slechts een paar dagen vóór ons vertrek).
Bovendien weigerde de man een email te sturen met de woorden "reservatie bevestigd".
Ik begon er steeds meer rekening mee te houden dat onze reis misschien niet zou
doorgaan (en dat we onze vluchten – toch een 150 €/persoon – zouden verliezen).
Het Guesthouse waar we nu in terechtkwamen was een
stuk kleiner dan het eerste, maar des te hartelijker. De “twin bed”-kamer was
een zeer smalle langgerekte kamer, waar 2 zeer Spartaanse bedden achter elkaar
geplaatst waren. We konden nog net langs de bedden voorbij in de
badkamer geraken, met een toilet en douchekop erboven. Dit
alles op het gelijkvloers, naast de (geanimeerde) binnenkoer. We
borgen onze plannen voor onze “romantic
getaway” op, maar genoten van ons “avontuurlijk”
verblijf. We sliepen goed op de typisch harde Iraanse bedden en beseften hoeveel geluk we hadden, zeker toen we elke nacht gestrande westerse toeristen op de binnenkoer zagen overnachten.
Ons verblijf bestond alleen uit
positieve ervaringen. Dankzij een Franse toerist van Iraanse afkomst, vergewisten we ons de eerste dag van de juiste koers van de Rial
– niet onbelangrijk aangezien er geen betrouwbare wisselkantoren zijn, de koers voortdurend verandert
en door de inflatie ongeveer 1 miljoen voor 35 dollar bedraagt.
Verbazingwekkend genoeg stootten we slechts één enkele keer op een malafide handelaar (notabene in het chiqste restaurant van Shiraz – “Hafat Khan”) die van de ignorantie van de westerse toeristen misbruik maakte door hen tientallen dollars meer laten betalen. Toen we hem erop wezen, beet hij ons toe dat we maar in Rial moesten betalen - wetende dat de enige manier om aan Rial te komen, via even malafide tussenpersonen verloopt, die als zogezegde “wisselagenten” dienst doen).
Diner in het sfeervolle "Haft Khan"
(chiqste restaurant van Shiraz)
We begrepen ook dat de andere Europeanen met hun “gidsen” en “agenten” gewoonweg zonder morren alles in dollars betaalden wat de gidsen hun wijsmaakten - zij kenden immers blijkbaar als enige de correcte koers en gaven aan wat ze wilden – aangezien ze bij elke betaling als tussenpersoon fungeerden.
De “geldkwesties” leidden behalve één onaangename
ontmoeting vooral tot zeer leuke ontmoetingen, dankzij het improvisatietalent
en de “goodwill” van de Iraniërs, aangeleerd in al die jaren van buitenlandse
sancties. Regelmatig vonden we af en toe een vriendelijke Iraniër/Iraanse die
maar al te graag wat Rials in Dollars wilden omwisselen in één van de
winkeltjes van de soeks. Of een Iraanse
toeriste bood aan voor ons te betalen (en dollars in ruil aan te nemen) aan de
ingang van een museum, waar dollars niet aanvaard werden. Uiteindelijk raakten
we zo steeds aan voldoende Rials om de kleinere sommen te betalen. Gelukkig raakten
we op het einde van de reis nog van 52 dollar in Rial af bij een Duitse toerist
die langer bleef. Tegen de volgende keer dat we naar Iran gaan zouden onze
Rials wellicht niets meer waard zijn geweest. Verbazingwekkend genoeg stootten we slechts één enkele keer op een malafide handelaar (notabene in het chiqste restaurant van Shiraz – “Hafat Khan”) die van de ignorantie van de westerse toeristen misbruik maakte door hen tientallen dollars meer laten betalen. Toen we hem erop wezen, beet hij ons toe dat we maar in Rial moesten betalen - wetende dat de enige manier om aan Rial te komen, via even malafide tussenpersonen verloopt, die als zogezegde “wisselagenten” dienst doen).
Diner in het sfeervolle "Haft Khan"
(chiqste restaurant van Shiraz)
We begrepen ook dat de andere Europeanen met hun “gidsen” en “agenten” gewoonweg zonder morren alles in dollars betaalden wat de gidsen hun wijsmaakten - zij kenden immers blijkbaar als enige de correcte koers en gaven aan wat ze wilden – aangezien ze bij elke betaling als tussenpersoon fungeerden.
Onze city-trip bleek trouwens zeer goede “value for money”. Tot onze verbazing bleken we slechts 400 dollar uitgegeven te hebben, alles inbegrepen (2 overnachtingen, 3 etentjes in chique restaurants, taxi’s, toegangsprijzen voor moskeeën & musea + souvenirs!).
Dit was ook te danken aan het feit dat we bijna alles te voet konden doen. Ons Guesthouse bevond zich op 5 minuten wandelen van zowat alle bezienswaardigheden.
Na een paar minuten wandelen waren we in de historische Vakil Bazar, met zijn prachtige stenen gewelven, een volledig bewaarde Karavanserai én een zeer mooie moskee.
Gang tussen 2 passages van Vakil Bazar
In de andere richting bevonden zich op een paar minuten loopafstand de “Nassir Molk”-moskee (ook de “roze moskee”-genoemd) en de Naranjestan-tuin (zo genoemd wegens de sinaasappelbomen)
Roze moskee
Eén van onze lievelingsplekken was één van de betere
restaurants van Shiraz, de sprookjesachtige “Champuri Gardens”, waar we in een
prachtig kader lekkere kebabs aten. Dit is een gerenoveerde historische
“mansion” in één van de weinige overblijvende tuinen van Shiraz, een koele oase
gelegen midden in het drukke centrum van Shiraz. ’s Middags was het er
aangenaam lunchen op het balkon op de eerste verdieping met zicht op de
verkoelende fontein, en ’s avonds was het er heerlijk fris en leek het
kasteeltje wel een “fata morgana”, met de sfeervolle belichting en de gevel
geschilderd in vrolijke kleuren.
Een ander hoogtepunt was het bezoek aan de schrijn met
het graf van de dichter Hafez, op de avond van onze laatste dag bezochten. Het
graf bevindt zich in weelderige tuinen, aan de rand van de stad, met zicht op
de bergen die Shiraz omringen. Naast een pelgrimsoord is het ook een geliefde
plek bij Shirazi’s én Iraanse toeristen voor avondwandelingen of om bijeen te
komen en bij te praten. Het was de perfecte afsluiter van onze city-trip in
Iran.