Saturday, 21 December 2013

City-trip naar Muscat


 
Eén van de weinige zekerheden hier is dat je niets kan plannen. Zo worden bijvoorbeeld voortdurend de officiële feestdagen/vakanties heen en weer verschoven, met het gevolg dat je uiteindelijk thuisblijft en dan maar doorwerkt.

Vorige week besloten we toch - na 2 eerdere pogingen - drie dagen midden in de week vrij te nemen en eindelijk Muscat, de hoofdstad van Oman, te bezoeken. Voor alle zekerheid boekten we deze keer geen vliegtuigtickets meer en vertrokken we op een gewone werkdag. De afstand is goed te doen met de auto (rond de 500 km), de enige hindernissen zijn het feit dat je door de bergen moet rijden en dat je de grens met Oman moet oversteken. Je moet bovendien een autoverzekering hebben die ook tussenkomt bij ongevallen in Oman ( niet onbelangrijk als je de rijstijl van de Omaanse chauffeurs ziet (in Abu Dhabi zijn er tenminste geen bergen).

Reeds vijf jaar geleden op vakantie in Ras al Khaima, hoopte ik om met een huurauto “even” naar Muscat te rijden. Het feit dat de huurauto’s geen verzekering voor Oman hadden, stak hier echter een stokje voor.

Wat je ook absoluut moet proberen te vermijden is autopech. Guillaume had 2 weken eerder een platte band gekregen op de autostrade van Abu Dhabi naar Dubai, en sindsdien reden we met een reserveband rond (en dus zonder reserveband in de koffer). Gelukkig kon de garage binnen het uur een nieuwe band voor ons vinden en de reserveband opnieuw in de koffer steken).

Toen moest Guillaume nog zijn paspoort op de Saoedische ambassade gaan afhalen  (wegens een visum voor een zakentrip in januari), maar met een zestal uur vertraging vertrokken we dan toch woensdagavond om 18 uur ! (hallelujah).
 
Klaar om naar Oman te vertrekken!

 

De rit verliep heel vlot en rond 20 uur kwamen we in Al Ain aan. We vonden een pittoresk restaurant in een soort palmenoase, en kregen een echt woestijngevoel . Tot onze grote verrassing bleek het in de woestijn “maar” 19° te zijn, zodat ik het voor het eerst koud had.

Na ons “avondeten” reden we naar de grensovergang, die net buiten Al Ain ligt. Het was ondertussen 22 uur. Eerst moesten we langs een (Emiraats) bureau om een uitreisstempel te halen, waar er slechts een paar andere reizigers zaten te wachten. Nietttemin moesten we 10 minuten moesten wachten, opdat we toch maar niet de indruk zouden krijgen dat het werk van de douanebeambten niet belangrijk is. Stempels zijn de lievelingsfetish van de Arabieren, en zeker van de Emiraatse immigratie en emigratieambtenaren, die er een ingewikkeld en onbegrijpelijk in- en uitreissysteem op nahouden, zodat ze veel stempels kunnen geven (die men als een waardevol geschenk in ontvangst dient te nemen).

Daarna, een dertigtal kilometer verder, ging het naar de Omaanse grenspost, waar het veel vlotter verliep (tegen betaling van een paar euro kregen we onze inreisstempel).

Na nog anderhalf uur rijden bereikten we de kust van Oman en het hotel waar we een tussenstop maakten (in het stadje Sohar). De dienstdoende balie-klerk verwachtte blijkbaar geen gasten meer, en leek zeer verrast door onze verschijning.
Na het ontbijt en een korte wandeling over het strand van Sohar reden we de volgende ochtend door naar Muscat. De afstand is slechts een 200-tal kilometer, maar doordat de zogenaamde “autostrade” eigenlijk maar een tweevaksbaan is, met tal van ronde punten en overstekende voetgangers, duurde de rit meer dan drie uur. Bovendien verdwaalden we bij aankomst in Muscat compleet waardoor we een wel zeer indrukwekkend hotel in de rotsen ontdekten (het Al Bustan-hotel) , dat meer op een fort leek, maar volledig vervaardigd uit marmer (geen idee hoeveel sterren dit hotel in Abu Dhabi zou krijgen). De zeer vriendelijke en efficiënte conciërge voorzag ons van een stadsplan en legde ons in detail uit hoe we ons hotel konden bereiken.

Vanuit het Al Bustan hotel was het maar 5 minuten rijden langs een prachtige “scenic road” via de rotsachtige kust naar de oude stad, met de Corniche en de soek (Mutrah). We lunchten op een terrasje (Shish kebab) langs de Corniche en genoten van het unieke uitzicht. Het weer was heerlijk zacht (30°) met een licht briesje, en na de verkenning van de soek maakten we nog een wandeling langs de Corniche.


Daarna gingen we op zoek naar ons hotel, dat in een nieuw stadsdeel iets verder langs de kust gelegen was. Het is een nieuw businesshotel, net niet langs de zee maar toch centraal gelegen als je een auto hebt, en voor een schappelijke prijs naar Omaanse normen (120 euro). Die avond reden we via de mangrove naar de Qurum Beach, waar de meeste toeristische hotels gevestigd zijn en aten barbecue op een terras dat op een klif gelegen was (Crowne Plaza).

Het was een kort eerste bezoek aan Muscat, want de volgende dag (vrijdag) moesten we de hele weg terug in één keer afleggen. Gelukkig was het verkeer een stuk rustiger dankzij het weekend, en hadden we onderweg zelfs nog tijd voor een lunch in Al Ain.

1 comment:

  1. This comment has been removed by a blog administrator.

    ReplyDelete